Schematiseringshandleiding Betrouwbaarheid sluiting kunstwerk

In de vernieuwde versie van deze schematiseringshandleiding zijn extra handvatten toegevoegd waarmee kan worden geconcludeerd dat de faalkans verwaarloosbaar is. Deze extra of aangescherpte filters kunnen bij een toets op maat worden gebruikt om tot dit oordeel te komen:

B.   Gemaal en in- en uitwateringssluis.

Het kunstwerk beschikt over één watervoerende leiding door de waterkering met minimaal één hoogwaterkerend keermiddel en deze leiding heeft een diameter kleiner of gelijk aan 0,5 m

C.   Gemaal

Het gemaal is voorzien van leidingen met een diameter kleiner of gelijk aan 1,0 m, welke beschikken over minimaal één hoogwaterkerend keermiddel en het binnendijkse instroomhoofd ligt buiten de invloedszone van de waterkering.

G.   Uitwateringssluis

De uitwateringssluis of vrij verval rioolleiding/riooloverstortleidingen (duiker), uitgerust met minimaal één hoogwaterkerend keermiddel komt binnendijks buiten de invloedszone van de waterkering uit in een inspectieput, waarvan de toegang minimaal op het niveau van het maaiveld ligt.

F.   Schutsluis

De fysiek kerende hoogte van de hoogwaterkerende keermiddelen in het binnen- en buitenhoofd en van de kolk van de schutsluis is aan elkaar gelijk of de hoogte van het ‘lage’ keermiddel en de kolk voldoen aan de faalkanseis uit het toetsspoor Hoogte. Aanvullend geldt dat de schutsluis geen situaties kent waarbij deze helemaal geopend staat.

  • Nooit mogen alle schutdeuren open staan om scheepvaart vrije doorvaart te geven als er geen verval is of water in dan wel uit de polder te laten.
  • Indien gebruik wordt gemaakt van deze toetsregel, dient bij het sterkte en stabiliteitsspoor te worden aangetoond dat het tweede keermiddel voldoende sterk is.

D.   Gemaal

Indien de persleiding(en) van het gemaal middels een kattenrug door de waterkering voeren en het peil van de b.o.b. van de persleiding(en) is op het hoogste punt hoger dan de buitenwaterstand die hoort bij de signaleringswaarde van de norm.

E.   Hevel

Het peil van de b.o.b. van de hevelleiding(en) ligt boven de buitenwaterstand behorende bij de signaleringswaarde van de norm en de leiding(en) is/zijn voorzien van minstens één keermiddel. Indien dit laatste niet het geval is dient er in ieder geval een protocol te zijn waarin staat dat tijdens hoogwater de hevel nagelopen dan wel bediend wordt (bv vacuümverbreker controleren).

Ook is er in de vernieuwde schematiseringshandleiding aandacht besteed aan de gewijzigd parameter mvl die sinds het beschikbaar komen van versie 18.1.1 van Ringtoets, net als extra verduidelijking van de parameter Popen (waarvoor een nieuwe bijlage is opgenomen met achtergrondinformatie).

Voor het deelmechanisme komberging is aangesloten op de pragmatische benadering van significante gevolgen uit de 'Grondslagen voor hoogwaterbescherming'.

In het algemeen kan worden gezegd dat er in de vernieuwde versie van de schematiseringshandleiding aandacht besteed is aan:

  • Het zoveel mogelijk vervangen of duiden van de termen ‘voldoet’ / ‘voldoet niet’.
  • Tekstuele verduidelijkingen van verschillende termen, zoals een correct gebruik van de termen toetsen en beoordelen.
  • Er is een link gelegd tussen symbolen in schematiseringshandleiding, omschrijving in Ringtoets en ID in .csv-bestand voor de verschillende parameters.Verder dient opgemerkt te worden dat de achtergrondrapporten en werkwijzer ontwerpen waterkerende kunstwerken niet zijn aangepast. Bij eventuele verschillen kan het meest recente werk (de vernieuwde schematiseringshandleiding) worden gebruikt.