Flevoland Handleiding Watertoets

Voor de provinciale uitwerking van het instrument Watertoets is binnen het programma “Waterbeleid 21e eeuw in Flevoland” een ambtelijke werkgroep ingesteld, de Werkgroep Watertoets Flevoland. De werkgroep heeft in de onderliggende notitie de Watertoets meer "handen en voeten" gegeven, toegespitst op de Flevolandse praktijk.

In de notitie wordt nadrukkelijk ingegaan op het proces van de Watertoets en de rol van de initiatiefnemer, wateradviseur en planbeoordelaar/toetser. De werkgroep stelt voor dat de Watertoets bij ieder waterhuishoudkundig relevant ruimtelijk plan toegepast moet worden. Een belangrijk uitgangspunt in de werkwijze van de Watertoets is dat de initiatiefnemer zo vroeg mogelijk in het planproces (de initiatieffase) de waterbeheerder betrekt bij de planvorming. Er zijn drie niveaus onderscheiden voor de wijze waarop de waterbeheerder als adviseur betrokken kan zijn in het planproces.

Afhankelijk van het type plan, de ruimtelijke ingreep of de kenmerken van het gebied, kan het advies meer of minder uitgebreid zijn. In de notitie wordt voorgesteld dat de waterbeheerder bij ieder ruimtelijk plan een schriftelijk advies stuurt aan de initiatiefnemer. Bij een bestemmingsplan gebeurt dit voorafgaand aan het artikel 10 Bro overleg.

Afhankelijk van de situatie kunnen de waterbeheerder en de initiatiefnemer besluiten het wateradvies niet in een apart formeel wateradvies vast te leggen, maar te volstaan met een gespreksverslag, inclusief de gemaakte afspraken, van de bespreking tussen de partijen. Het gespreksverslag heeft in het kader van de Watertoets dezelfde status als het schriftelijk (bestuurlijk) advies. Door deze werkwijze vraagt de Watertoets geen extra procedure(tijd).