Bodemerosie in de Maas: voorspellen met onzekerheid

‘De komende eeuw zet de bodemerosie in de Maas voort, met mogelijk grote gevolgen’, vertelt PhD-student en rivierexpert Hermjan Barneveld. ‘De generaties na mij verdienen het om hierover betere voorspellingen te kunnen maken. Daar hoop ik met mijn onderzoek voor te zorgen.’

Beslissen met onzekerheid

Hermjan onderzoekt binnen het programma van Rivers2Morrow (R2M) hoe de veranderingen van de bodem in de Maas de komende jaren doorzetten, zowel als gevolg van natuurlijke ontwikkelingen als door menselijke ingrepen. Op deze manier wil hij de methoden voor de voorspelling van bodemveranderingen in dit soort rivieren verbeteren. Hij legt uit: ‘Bodemerosie in de Maas kan de komende eeuw grote gevolgen hebben op allerlei gebieden. Denk aan instabiliteit van oevers en een versnelling van hoogwatergolven. Of een groter risico op calamiteiten op het water door verdroging, effecten op natuur en aanvaringen. Daarom is het voor Rijkswaterstaat als rivierbeheerder en alle riviergebruikers belangrijk om de morfologische veranderingen in de Maas beter te kunnen voorspellen. Nu kunnen deze voorspellingen helaas door onvoldoende kennis van de sedimentvrachten in de Maas, de processen van erosie en sedimentatie en verouderde en onvolledige modellen nog met weinig zekerheid gedaan worden. Daar moet, ook voor de generaties na mij, verandering in komen. Alleen met verbeterde modellen, die ik nu onderzoek en verder ontwikkel, kunnen we onzekerheden beter in beeld brengen en verstandige beslissingen nemen voor de toekomst.’

artikel 3
Hermjan Barneveld

Oude knar

Binnen R2M is Hermjan, zoals hij het zelf noemt, een atypische promovendus. Met zijn 56 jaar is hij de oudste PhD-student van het programma. ‘Mijn voordeel is dat ik al 30 jaar werk – en onderzoekservaring met de Maas heb. Ik werk namelijk al sinds de jaren 90 bij HKV als rivierexpert en -onderzoeker. Ik hoop dan ook dat die ervaring mij helpt om mijn parttime PhD-onderzoek in de geplande 4 jaar af te ronden. Als ‘oude knar’ vind ik het ontzettend leuk om met jonge onderzoekers in contact te komen en met hen van gedachten te wisselen. Daar krijg ik veel energie van. Ik ben daarom ook zeer blij en dankbaar dat ik nu dit promotieonderzoek kan én mag doen. Dit is mogelijk dankzij de financiële steun van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, het programma van Rivers2Morrow, HKV, Deltares en Wageningen Universiteit en Research. Onze rivieren, en zeker de Maas, zijn prachtig en dat moet ook in de toekomst zo blijven.’