Terugblik Productendag 29 oktober 2019

Het Platform Rivierkennis ontwikkelt veel kennis. Maar hoe deel je deze kennis? De Productendag moet hier het antwoord op bieden. Deze bijeenkomst attendeert collega’s op nieuwe kennis en draagt ook bij aan de verspreiding ervan. Bovendien nodigt de Productendag uit om de eigen kennis en ervaringen met collega’s uit te wisselen. En is er volop ruimte om informeel te netwerken. Op 29 oktober was het zover: de allereerste Productendag. Zo’n 50 (overwegend) RWS’ers verzamelden zich in het Utrechtse hotel Mitland. Na de afsluiting was maar één conclusie mogelijk: geslaagd! Lees verder over deze inspirerende dag.

Wijze lessen meegeven

Het ochtendprogramma bestond uit 3 plenaire presentaties. Na een hartelijk welkom verduidelijkte de trekker van het Platform Rivierkennis Arno de Kruif onder andere het proces dat een kennisvraag doorloopt. Daarna was het tijd voor de inhoudelijke presentaties. Jackie Straathof beet het spits af met ‘Het effect van klimaatverandering op de ecologie van rivieren’. Een goed voorbeeld van het samenbrengen van twee kennisbehoeften van zowel het Deltaprogramma zoetwater als de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Jackie gaf de deelnemers een aantal wijze lessen mee. Zij drukte haar toehoorders op het hart ‘maak wat haalbaar is’. Een herkenbare valkuil voor de aanwezigen - als specialist wil je altijd beter.

Standpunt bepalen

Vervolgens nam Yvo Snoek het stokje over met zijn presentatie over het ‘RWS-standpunt zomerbedverdieping Maas’. RWS WVL en RWS Zuid-Nederland werkten hierin samen. In korte tijd is de beschikbare kennis, onder andere uit het Verhaal van de Maas, bij elkaar gebracht om een standpunt te bepalen. Op basis daarvan raadt RWS zomerbedverdieping als maatregel af. Yvo vroeg aandacht voor het punt dat informatie over zowel het functioneren als het beheer van eerder aangelegde maatregelen moeilijk blijkt te vinden. Een aandachtspunt dat het Platform Rivierkennis de komende jaren wil oppakken.

Aanzanding door nevengeulen

De laatste plenaire presentatie werd gegeven door Pepijn van Denderen (Universiteit Twente). Het onderwerp was ‘Aanzanding ten gevolge van nevengeulen’. Voor een geul bij Hurwenen langs de Waal onderzocht Pepijn op basis van metingen of de daadwerkelijke aanzanding vergelijkbaar was met de verwachtte aanzanding. Pepijn trakteerde de deelnemers op een flinke hoeveelheid meetdata in heldere grafieken. En ondanks lokale grote bodemveranderingen die snel weer verdwijnen, bleek de verwachting aardig te kloppen met de werkelijkheid. Door de nauwe samenwerking tussen de universiteit en RWS Oost-Nederland en de aanwezigheid van Pepijn op de werkvloer bij RWS was hij in staat de informatie aan te passen aan de behoefte van de beheerder. Daardoor kan RWS Oost-Nederland de resultaten direct gebruiken.

Van afvoerverdeling tot bevaarbaarheid

Na de lunch konden de deelnemers kiezen uit 6 workshops. Hierbij was er ruimschoots tijd voor niet alleen de presentatie, maar ook voor een discussie over het onderwerp. Zo verzorgde Max Schropp een workshop met als titel: ‘Afvoerverdeling: welke kennis hebben wij al voor hoge en lage afvoeren? Weten wij voldoende van het midden bereik?’ Max ging eerst in op resultaten van onderzoeken naar afvoerverdeling bij hoog- en bij laagwater. Hij stelde de vraag of wij ook meer moeten weten over de verdeling in het midden bereik? Wanneer de klassieke laagwaterproblemen niet spelen en de waterveiligheid niet in het geding is, maar met name functies in de uiterwaarden wel beïnvloed worden door de waterstanden. Een levendige discussie volgde waarbij specialisten vanuit hun expertise verschillende kennisleemtes blootlegden. In een andere workshop ging Rolien van der Mark (Deltares) in op het thema bevaarbaarheid in de workshop ‘Na de droogte van 2018: kennisopbouw voor bevaarbaarheid’. Parallel hieraan bespraken Saskia van Vuren en Bert Voortman de opgebouwde en nog te ontwikkelen kennis voor het programma Integraal Riviermanagement.

Ambities voor 2020

In het tweede middagdeel opnieuw drie parallelsessies waar de aanwezigen uit konden kiezen.

Yann Friocourt en Roel Burgers verzorgden de workshop ‘Zoet of zout: kennis- en modelontwikkeling voor verzilting’. Zij namen de deelnemers mee langs twee cases: de Rijn-Maasmonding en het IJsselmeer. Twee verschillende cases, waarbij ook een duidelijk verschil naar voren kwam in de samenwerking met partners in het watermanagement. De discussie richtte zich vooral op de vraag hoe de ontwikkelde kennis landt bij het operationele beheer. Oftewel, de mensen die aan de knoppen zitten en de kennis in de praktijk moeten brengen. Naast deze workshop was er aandacht voor morfologische kennis in de workshop ‘Sedimentmanagement: pilots en proeftuinen, kennisontwikkeling en praktijktoepassingen gaan hand in hand’, gegeven door Matthijs Boersema. De zesde workshop ‘Barrière of niet? Vispasseerbaarheid bij stuwcomplexen’ verzorgden Erik Ruijgh (Deltares) en Hans Brinkhof. Hierbij was er aandacht voor het project ‘nevengeul 2.0’ dat door middel van nevengeulen de vispasseerbaarheid van stuwen moet vergroten.

In zijn plenaire afsluiting liet Arno de Kruif zijn licht schijnen over de ambities van het Platform Rivierkennis voor 2020. Hij noemde het beter ontsluiten van kennisproducten, het verder borgen van systeemkennis en het door vertalen naar het RWS Beheerdersperspectief als belangrijke stappen om de cyclus van kennisopbouw naar gebruik te sluiten.

Conclusie van de eerste Productendag

De organisatoren kijken tevreden terug op de Productendag 2019. Arno de Kruif tot slot: “Het was een energieke dag. Veel collega’s deelden enthousiast kennis over de kennisvelden heen. De Productendag past perfect in de ambitie van het Platform om collega’s rondom kennis bij elkaar te brengen en uit te dagen om kennis en ervaringen te delen en samen te werken aan kennisopbouw.”