CIW 2 2003-12 Werken met GGOR

In 2002 is in de CIW besloten tot het uitwerken van een aantal aspecten van het GGOR, die naar de mening van de CIW nog onvoldoende belicht waren. Het betrof met name de positionering van het GGOR voor het landelijk gebied en een richtlijn voor een methodisch-technisch raamwerk. Het voorliggende rapport is daarvan het resultaat. Het bestaat uit drie delen.

Het eerste deel bevat een handreiking aan bestuurders. Deze handreiking is bedoeld om de bestuurder in enkele stappen vertrouwd te maken met de toepassingsmogelijkheden én de kracht van het GGOR. De tekst is een samenvattende bewerking van de delen twee en drie van het rapport.

In deel twee wordt o.a. de positionering en de bestuurlijk-juridische inbedding van het GGOR beschreven. Het vormt de uitwerking van artikel 5 van het Nationaal Bestuursakkoord water: “De provincies stellen uiterlijk 2005 de kaders voor het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) op, die ontleend zijn aan provinciale beleids- en streekplannen. Daarnaast coördineren en bewaken de provincies de procesgang voor het opstellen van het GGOR. Het waterschap stelt in de periode 2005-2010 het GGOR op in nauwe samenwerking met gemeenten, de grondwaterbeheerders en belanghebbenden. Het GGOR wordt opgenomen in het waterbeheerplan.”

Het derde deel doet aanbevelingen om te komen tot een methodischtechnisch raamwerk voor GGOR. Dit deel gaat in op de meer inhoudelijke kanten van GGOR en doet een voorstel voor een eenduidige terminologie. Het ontleent veel kennis aan de in STOWAverband ontwikkelde WATERNOOD-systematiek.