Glastuinbouw

Nederland telt enkele duizenden glastuinbouwbedrijven. Deze hebben een gezamenlijke omvang van ongeveer 10.000 hectare. Op de meeste bedrijven en het grootste deel van het areaal bedrijft men sierteelt (bloemen en potplanten). De groenteteelt vindt plaats op een kleiner aantal bedrijven met een kleiner totaal areaal.

glastuinbouw

Grondgebondenteelt en substraatteelt

Grofweg onderscheiden we twee manieren van telen namelijk grondgebondenteelt en substraatteelt. De meeste sierteeltbedrijven telen de gewassen in de grond, terwijl het grootste deel van de groentegewassen op substraat groeit. In de substraatteelt staat de plant met zijn wortels in een mat van steenwol die regelmatig water met voedingsstoffen krijgt. Het overtollige water druppelt uit de mat en wordt op de meeste bedrijven opgevangen en opnieuw gebruikt. De verontreinigingen (meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen) uit de glastuinbouw komen op verschillende manieren in het oppervlaktewater terecht. Dit is afhankelijk van de stof en de manier van telen.

Emissies naar oppervlaktewater uit de glastuinbouw

Bij substraatteelten gebruiken telers vaak een groot deel van het water opnieuw. Omdat het water na een aantal keren hergebruik langzaam vervuilt (vooral met zouten), moet de tuinder toch geregeld lozen. Daardoor worden ook vanuit de substraatteelt meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, die in het gietwater worden mee gedruppeld, geloosd. De frequentie en strategie van het zogenaamde 'spuien' verschilt sterk per teelt en tuinder. In de grondteelten kunnen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen uitspoelen naar oppervlaktewater via de bodem en het drainagesysteem. Grondtelers kunnen dit soort lozingen beperken door gietwater te gebruiken waarin nauwelijks zout zit. Het is dan niet nodig om de bodem vaak schoon te spoelen.

Gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen naast het drain- of drainagewater, via de lucht, via condenswater en via afspoelend regenwater in het oppervlaktewater terechtkomen. Het is niet toegestaan condens- en regenwater dat verontreinigd is te lozen. In de afgelopen jaren hebben tuinders steeds meer manieren gevonden om zonder of met weinig gewasbeschermingsmiddelen te telen. Op internet is inmiddels veel informatie te vinden over biologische bestrijding. Vooral in de groenteteelt zijn hier goede resultaten mee bereikt. Voor de sierteelt is het vaak moeilijker om zonder gewasbeschermingsmiddelen te werken; niet alleen de bloem maar de hele plant moet er goed uit zien. Voor de export mag er geen enkel insect op de planten aanwezig zijn. De eisen voor de groenteteelt zijn wat minder streng; het is bijvoorbeeld niet zo erg als de tomatenplant wat plekjes heeft, zolang de tomaten maar mooi zijn.

Regelgeving

Tot 1 januari 2013 was het Besluit glastuinbouw van kracht. Dit besluit is in de plaats gekomen van het Lozingenbesluit Wvo glastuinbouw en het Besluit en tuinbouwbedrijven met bedekte teelt milieubeheer. Bovendien was dit besluit voor een groot deel gebaseerd op het convenant glastuinbouw dat het bedrijfsleven en de overheid in 1997 hebben gesloten. Het Besluit glastuinbouw is het eerste besluit waarin zowel voorschriften gebaseerd op de Wet milieubeheer als op de Waterwet zijn opgenomen. Per 1 januari 2013 maakt het Besluit glastuinbouw onderdeel uit van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Nieuw daarbij is dat voor de glastuinbouw is overgestapt van een aanpak gebaseerd op gebruiksnormen naar een aanpak op basis van emissies.

Zuiveringsverplichting glastuinbouw in Activiteitenbesluit

Als gevolg van aanhoudende problemen met hoge gehalten aan gewasbeschermingsmiddelen in glastuinbouwgebieden, is in 2013 zuiveringsplicht afgekondigd. Deze maatregel is opgenomen in de Kabinetsnota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst (2e  Nota duurzame gewasbescherming) en is wettelijk verankerd in het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Per 1 januari 2018 is het verplicht drainwater, drainagewater of het spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie, dat gewasbeschermingsmiddelen bevat, voorafgaand aan het lozen te leiden door een zuiveringsvoorziening die ten minste 95% van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen verwijdert. Voor collectieve zuiveringen is het onder voorwaarde mogelijk om uitstel te krijgen tot 1-1-2021.

De afspraken rond de zuiveringsplicht zijn vastgelegd en nader uitgewerkt in het ‘Hoofdlijnenakkoord zuivering glastuinbouw’. Dit hoofdlijnakkoord is vastgesteld door het bestuurlijk Platform Duurzame Glastuinbouw (PDG). Aan de verplichting tot zuivering van een lozing die gewasbeschermingsmiddelen bevat kan door een tuinder invulling worden gegeven door

  • het toepassen van een individuele zuiveringsinstallatie op zijn/haar bedrijf,
  • een collectieve zuivering waarin het lozingswater van verschillende bedrijven gezamenlijk wordt behandeld
  • het te lozen water te zuiveren met een mobiele zuiveringsinstallatie.

Op www.glastuinbouwwaterproof.nl/zuiveringsplicht/ staan diverse werkwijzen en voorschriften. Hiermee wordt informatie verstrekt aan onder andere tuinders over zaken rond de zuiveringsplicht, zoals:

  • Voorwaarden collectieve zuiveringen,
  • maatwerk voor kassen met veel kwel en inzijging,
  • informatie voor vaststellen nullozing (bij nullozing geldt geen zuiveringplicht),
  • de werkwijze toezicht zuiveringsplicht.

Vaststellen zuiveringsrendement zuiveringsinstallaties

Voor het vaststellen van het zuiveringsrendement van de installaties is een meetprotocol opgesteld. Het uitgevoerde onderzoek wordt beoordeeld door de Beoordelingscommissie Zuiveringsinstallaties Glastuinbouw (BZG). De installatiebranche is hierover met een brief van het Platform Duurzame Glastuinbouw (pdf, 110 kB) geïnformeerd.