Opkomende stoffen die aandacht vragen

De werkgroep 'Aanpak opkomende stoffen'  verzamelt informatie over concentraties van stoffen in het milieu en over de schadelijkheid hiervan. Hiervoor kijkt zij specifiek naar de risico’s voor het oppervlaktewater en de bedreiging die stoffen opleveren voor het drinkwater.
De werkgroep prioriteert stoffen en kennishiaten die zij verder onderzoekt. Het rapport prioriteren van stoffen en stofgroepen beschrijft hoe zij dat aanpakt.
Ook onderzoekt de werkgroep de bruikbaarheid van nieuwe technieken zoals screeningsmethoden om nieuwe opkomende stoffen op het spoor te komen. Over de volgende stoffen en methoden staat hieronder meer informatie:

Alkylfosfaatesters

Deze stoffen worden gebruikt als brandvertrager en/of weekmaker. Onder andere in polyurethaanschuimen (in textiel, meubels, auto’s en matrassen), in lakken, verven en coatings, in kunststoffen, harsen en rubber en als antischuimmiddel in beton. De stoffen komen in het milieu terecht door vrijkomen uit het materiaal waarin ze zijn toegepast. Deze stoffen komen vooral via rwzi’s in het oppervlaktewater terecht. In de notitie over alkylfosfaatesters (pdf, 484 kB) staat een overzicht van gebruik, vóórkomen en milieueigenschappen. Ook bracht de werkgroep een notitie met meetgegevens en toxiciteitsgegevens (pdf, 693 kB) uit.

Biociden

Deze middelen worden gebruikt in schoonmaakproducten, desinfecterende zeep, kleding. Ze worden ook gebruikt om groei van micro organismen tegen te gaan (bijvoorbeeld in koelwater) of om materialen te beschermen (houtverduurzamingsmiddelen). Uitgebreide informatie staat in het rapport over de aanwezigheid van biociden in effluenten van rioolwaterzuiveringen (pdf, 1.8 MB). In deze studie konden niet alle biociden worden geanalyseerd. Daarom is voor de overige biociden de meetmethode verbeterd. Deze informatie staat in het rapport over verbetering van de analysemethoden voor biociden (pdf, 1.3 MB).

Consumentenproducten

Schoonmaakmiddelen en verzorgingsproducten worden veel in huishoudens gebruikt en komen via het riool in het oppervlaktewater terecht. Vaak is onbekend welke ingrediënten er in ieder product zitten en of deze mogelijk een risico vormen voor het oppervlaktewater. In 2019 verscheen een rapport met een overzicht van consumentenproducten en hun ingrediënten (pdf, 756 kB). Een vervolgonderzoek met gegevens over toxiciteit moet een lijst van opkomende stoffen in consumentenproducten opleveren.

Koelwateradditieven

Koelwateradditieven worden in grote hoeveelheden ongefilterd op oppervlaktewater geloosd. Voor polymeren en fosfonaten (enkele groepen additieven) geldt dat er een alternatieve technologie beschikbaar is. Hiermee kan het gebruik van koelwateradditieven beperkt worden.

Melamine en cyanuurzuur

In de Maas wordt melamine regelmatig aangetroffen. Belangrijke bronnen zijn industriële lozingen en lozingen door RWZI’s. Om na te gaan waar deze stoffen geloosd worden is een studie uitgevoerd naar mogelijke andere bronnen van melamine (pdf, 2.4 MB).

Voor de beoordeling van de schadelijkheid van melamine is ook de concentratie cyanuurzuur van belang. Cyanuurzuur versterkt de werking van melamine, waardoor met name de combinatie van deze stoffen schadelijk is voor het milieu. Er is voor melamine en cyanuurzuur een waterkwaliteitsnorm vastgesteld, deze staat op de website risico’s van stoffen.

Perfluorverbindingen (PFAS)

Perfluorverbindingen zijn stoffen die goed water, olie, vuil en stof kunnen afstoten. Ze kunnen goed tegen warmte en worden niet gemakkelijk aangetast door andere chemische stoffen. Ze worden gebruikt voor het beschermen van materialen (vuilwerende coating) en komen voor in vloerwas, blusschuim, shampoo, waterafstotende kleding etc. Voorbeelden van perfluorverbindingen zijn: PFOA/C8, PFOS en GenX.

Behalve voor de bodem vormt PFAS ook een risico voor oppervlaktewater. De werkgroep maakte een rapport met de belangrijkste bronnen van PFAS verontreiniging in oppervlaktewater (pdf, 1.9 MB) en een oplegnotitie over het gebruik van de gegevens uit dit PFAS bronnenonderzoek (pdf, 360 kB). Uit een tweede onderzoek kwamen als belangrijkste PFAS-bronnen rioolwaterzuiveringsinstallaties en afvalwaterzuiveringen bij bedrijven, oud-papierrecycling, blusactiviteiten, stortplaatsen en tankreinigers naar voren. Dit staat beschreven in het rapport over aanvullend onderzoek naar PFAS in afvalwaterlozingen (pdf, 1.5 MB).

Persistente, mobiele, toxische stoffen (PMT-stoffen)

Er komen steeds meer stoffen in het water terecht met persistente, mobiele en mogelijk toxische eigenschappen. Deze stoffen zijn lastig te zuiveren en vormen daarom met name voor het drinkwater een bedreiging. Daarom is een onderzoek naar deze groep stoffen gestart. Eerst wordt een overzicht gemaakt van alle stoffen met deze eigenschappen in kaart. Vervolgens bekijkt de werkgroep welke stoffen ook daadwerkelijk in water worden geloosd. Op basis daarvan schat de werkgroep de risico’s van deze stoffen in en bepaalt zij welk onderzoek verder nodig is.

Screening en screeningsdata

Het is mogelijk om water te screenen op onbekende stoffen die erin aanwezig zijn. Deze methode heet non target screening. De screeningsmeting levert een chromatogram op met allerlei piekjes. Het patroon van deze piekjes is voor iedere stof uniek. Door het slim inzetten van data-analyse en chemische kennis kunnen trends van stoffen of bronnen worden gevonden. Op deze manier kunnen opkomende stoffen worden geïdentificeerd en acties worden ingezet om lozing van deze stoffen te reduceren.