Strijd tegen zoutwater in droge periodes met laag water

Gepubliceerd 21 juli 2022

De afgelopen dagen daalde het peil in de Rijn bij Lobith flink. Waar de rivier normaal gesproken 1300 m3 water per seconde aanvoert, is dat nu 1000 m3 per seconde. En het wordt nog lager.

In zo’n situatie zorgt de Klimaatbestendige Wateraanvoer voor voldoende zoetwateraanvoer voor West-Nederland om indringing van zoutwater tegen te gaan. Rijkswaterstaat en de waterschappen in het westen hebben hiervoor al een goede aanpak gemaakt.

Klimaatbestendige Wateraanvoer

In tijden van ernstige droogte kan op sommige locaties in het westen van Nederland geen water uit de vaarweg Hollandse IJssel meer worden ingelaten vanwege verzilting vanuit de vaarweg Noordzee. Het systeem Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) zorgt in die situatie voor de aanvoer van extra zoetwater naar West-Nederland. Nu de vaarweg Rijn zo laag staat is het tijd om dit systeem weer aan te zetten.

Zoet- versus zoutwater

Een groot deel van Zuid-Holland wordt via de Hollandse IJssel van zoetwater voorzien. Als de aanvoer door de Rijn beneden de 1100 m3 komt, dan kan zoutwater vanuit de Noordzee via de vaarweg Nieuwe Waterweg ver stroomopwaarts komen in de Hollandse IJssel, soms tot aan Gouda. Dit komt door een gebrek aan tegendruk, de waterstand is namelijk te laag. Ons zoete water wordt dan te zout.

Bij Gouda ligt een belangrijke inlaat waar Zuid-Holland zoetwater uit haalt. Als het ingedrongen zeewater op dat punt is aangekomen, is het water lang niet meer zo zout als zeewater, maar het is wel te zout om te gebruiken in de natuur en landbouw. Daarom zijn verschillende gemalen en inlaten geschikt gemaakt om bij dreigende verzilting van de Hollandsche IJssel zoetwater van andere plekken aan te voeren.

3 inlaatplekken

We kunnen op 3 plekken langs de vaarweg Amsterdam-Rijnkanaal en de vaarweg Lek extra water doorvoeren naar het westen. Hierdoor kunnen de hoogheemraadschappen van Rijnland, Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard in deze gebieden toch over voldoende zoetwater blijven beschikken. Het is ook beter voor de land- en tuinbouw.

Aanvoerroutes

De waterschappen hebben na 2018 veel gedaan om via deze aanvoerroutes het water nog makkelijker vanuit onze hoofdwateren over hun kleinere stroompjes naar het westen te krijgen. Bijvoorbeeld door stuwtjes eruit en versmallingen weg te halen; alles om het zoete water er zo vlot mogelijk door te krijgen en verzilting nog beter tegen te gaan.

Impact scheepvaart

Het doorvoeren van zoetwater naar het westen van Nederland zorgt er wel voor dat er elders wat minder water overblijft. Het afwegen en verdelen is nu echt begonnen. De scheepvaart gaat de gevolgen daarvan waarschijnlijk ook merken. Maar ook zij weten dat we in perioden van droogte gedwongen zijn maatregelen te nemen voor de verdeling van het water.

We zorgen er ook voor dat we zoveel mogelijk met alleen sluiskolken schutten. Dan gaat er zo min mogelijk water verloren.

Bron: Rijkswaterstaat