Zuiveringsplicht gewasbescherming

Voor glastuinbouwbedrijven is het doel om in 2027 al het water te recirculeren en geen lozing van afvalwater meer te hebben. Hierdoor komen uit de glastuinbouw geen gewasbeschermingsmiddelen meer in het oppervlaktewater. Dit kan men bereiken door geen afvalwater te lozen of door de gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater te zuiveren. Wanneer men helemaal geen afvalwater loost hoeft men niet te zuiveren. Als nul-lozer heeft men ook nog andere voordelen.

Drainwater, drainagewater en water dat vrijkomt bij het schoonmaken van filters kan gewasbeschermings-middelen bevatten. Gewasbeschermingsmiddelen uit deze afvalwaterstromen mag men vanaf 1 januari 2018 niet lozen op het riool en het oppervlaktewater. Dit staat in het Activiteitenbesluit artikel 3.64a lid 1. Als men dit afvalwater loost moet men deze stoffen uit het afvalwater laten zuiveren door een speciale zuiveringsinstallatie. Daarna mag men dit afvalwater lozen. De zuiveringsinstallatie moet 95% van de gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater halen. Dit moet men kunnen aantonen volgens artikel 3.78a van de Activiteitenregeling.

Men kan zelf een zuiveringsinstallatie op het eigen terrein plaatsen. Op basis van artikel 3.64a lid 2 mag men het afvalwater ook door een ander laten zuiveren. Dan gelden dezelfde regels. Dat kan bijvoorbeeld met een mobiele zuiveringsinstallatie op het eigen terrein. Men mag het afvalwater ook op het terrein van een ander laten zuiveren. Wanneer men het afvalwater door een ander laat zuiveren gelden de regels voor het afgeven van afvalstoffen. Het overdragen van het afvalwater aan een ander moet men aantonen.

Men mag ook met andere glastuinbouwbedrijven gezamenlijk de gewasbeschermingsmiddelen zuiveren. Omdat het meer tijd kost dit te organiseren krijgt men hiervoor de tijd tot 1 januari 2021. Dit staat in het Activiteitenbesluit artikel 3.64b lid 1. Men heeft hiervoor wel een maatwerkvoorschrift nodig. Deze collectieve zuiveringsinstallatie moet ook 95% van de gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater halen. Dit moet men kunnen aantonen volgens artikel 3.78a van de Activiteitenregeling. Deze collectieve zuivering kan ook op meerdere manieren:

  • een collectieve zuivering met particuliere aanvoerleidingen
  • collectieve zuivering in gemeentelijke rioolsysteem; aan het einde van het laantje
  • collectieve zuivering in de RWZI

Aan het einde van het laantje

In deze situatie gaat het om tuinderscollectieven die afvalwater lozen op de gemeentelijke riolering. Zij willen hun gezamenlijke installatie zo plaatsen dat er nog geen vermenging met ander stedelijk afvalwater heeft plaatsgevonden. Het te zuiveren afvalwater bestaat dan nog uit het bedrijfsafvalwater van de glastuinbouwbedrijven in het tuinderscollectief.

Deze optie wordt ook wel "aan het einde van het laantje" genoemd. Dit zou moeten kunnen binnen de huidige wetgeving. Wel moet de collectieve zuivering voor goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeente, omgevingsdienst en het waterschap.

Zuivering in de RWZI

Deze situatie gaat over tuinderscollectieven die het afvalwater lozen op de gemeentelijke riolering. De collectieve zuivering gebeurt vervolgens onder verantwoordelijkheid van een waterschap in een RWZI. Pas als de Waterschapswet is aangepast kan men de kosten van deze zuivering met een heffing in rekening brengen. Deze kosten maakt men namelijk alleen voor de hier aangesloten glastuinbouwbedrijven en niet voor de burgers. Onder de bestaande wetgeving kan dit nog niet.

Voorbeeld van een dergelijke zuivering is de centrale collectieve zuivering op de AWZI Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland. Dit onder de verantwoordelijkheid van het Hoogheemraadschap van Delfland.